Carnaval of…erop uit!

En dan is het weer aswoensdag en….alles is weer voorbij. Het pakje kan weer in de kast en mooie herinneringen blijven. Met het askruisje vol oppe kop kan het vastentrommeltje van stal worden gehaald.

Een enkeling – degenen die er helemaal geen genoeg van krijgen – gaan vanavond nog “even” haring(en) schillen en zullen de rest van de week nog nodig hebben om de kater uit het lijf te krijgen.

Voor degenen die het carnavalsgeweld ontvlucht zijn is het in de regel nog niet voorbij. Menigeen trekt naar het witte confettielandschap waar met meteen de joeksige opmerking “Hals und Beinbruch” moet incasseren. Óf…men zoekt de zon op en geniet van temperaturen die thuis pas in mei op de teller komen.

Dat het nóg anders kan laat mijn dochter dit jaar zien: ze zit nu op Spitsbergen! Is daar dan ook iets te zien kan men zich afvragen? En…wat weten wij eigenlijk van Spitsbergen ? En…waar ligt het precies.

Om met dit laatste te beginnen. Het is een eilandengroep die een slordige 500 km boven de Noordkaap ligt. De hoofdstad heeft 2000 inwoners en voor de rest…sneeuw en ijs. Op zijn 3e reis om via de noord naar Indië te varen nam hij een noordelijkere koers en ontdekte Barentsz (1596) Spitsbergen.

De hoofdstad: Longyearbyen

Toevallig heb ik de afgelopen tijd iets over deze eilandengroep gehoord. De ijsberenpolulatie doet het prima. Daarnaast ligt hier diep onder de grond een soort Nunhems zaden opslag. In deze wereldzadenbank zijn alle zaden die op de wereld voorkomen opgeborgen zodat bij grote rampen deze bank geconsulteerd kan worden.

Spitsbergen in deze periode bezoeken betekent je warm kleden, de paar uur daglicht goed benutten, reizen met sneeuwscooters of hondenslee, het Noorderlicht zien, een gids bij je hebben die bewapend is en… thuis in spanning de reisverhalen afwachten…

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie